De recente beslissing van asielminister Faber om het aantal statushouders dat gehuisvest moet worden te verlagen, heeft een merkbare impact op Nederlandse gemeenten en hun inwoners.
In de eerste helft van het jaar waren gemeenten van plan 51 statushouders te huisvesten, maar dit aantal is nu bijgesteld naar 44. Vooral de veranderingen voor het tweede halfjaar hebben gevolgen, waar tussen 1 april en 31 december in totaal 57 nieuwkomers moeten worden opgevangen.
De vermindering in te huisvesten statushouders is direct toe te schrijven aan het kabinetsbesluit om tijdelijk geen asielverzoeken van Syriërs te behandelen. Dit beleid heeft geleid tot vertragingen en complexere beoordelingen van andere asielverzoeken, waardoor de instroom van statushouders naar gemeenten afneemt.
Om de huisvesting te bevorderen, overweegt de minister gemeenten financieel te ondersteunen en doorstroomlocaties voor statushouders te creëren. Desondanks blijven gemeenten geconfronteerd met achterstanden en zullen naar verwachting moeite hebben de doelstellingen te halen.
De achterstand in huisvesting zal naar verwachting verder toenemen, wat zowel bestuurlijke als praktische uitdagingen met zich meebrengt voor gemeenten en betrokken partijen.